Eerste mobiele testjes

Woensdag is er een test van het Mesh-netwerk dat Telenet blijkbaar in Hasselt wilt uitrollen om een betere WiFi-dekking te krijgen. Tegelijk gaan we een aantal experimentjes doen om te bepalen hoe we nu precies op Dwars door Hasselt de positie van de lopers gaan doorsturen.

De twee kanshebbers zijn GPRS en een eigen oplossing via de radio. Robin houdt het liever op GPRS, maar Hans is samen met Bram op het radio-idee gekomen.

GPRS is technisch simpel, kunnen we zo gebruiken, maar kost geld. Per zender moet je betalen, en het idee zou zijn om meerdere zenders te gebruiken (dan kan je de koploper volgen, en een aantal mensen in het peloton). Als we via Orange World werken (dan heb je wel een Mobistar abonnement nodig, maar we kennen wel mensen die dat hebben en hun GSM een dag kunnen missen), dan kost ons dat 15 euro per GSM. Daarvoor kunnen we op één maand tijd tien megabytes versturen, wat ruimschoots moet volstaan.

Een andere mogelijkheid is dus via PMR (Private Mobile Radio) te werken. Dan heb je een ontvanger nodig (liefst op een hoge plaats – hallo PHL-toren!), en meerdere zendertjes. Bram heeft zo’n aantal zendertjes liggen, maar ik weet nog niet hoe groot die eigenlijk zijn. Als we dat met een loper meesturen, mag dat natuurlijk geen kilo’s wegen en langs alle kanten hangen te bengelen (tenzij we het op een fiets monteren).

Zo’n radio is een analoog kanaal, dus moeten we de informatie nog op een digitale wijze van de ene naar de andere kant krijgen. Ik ken geen kl*te van al die fysische dingen (frequentie, amplitude, ruis, hoe je dat er uit krijgt…), daarom dat ik ook informatica doe: dat ik mij met heel de hardware niet bezig moet houden. Eerst kwam Hans met compleet bizarre ideeën af om weet-ik-veel wat voor protocol te gebruiken – waar dan uiteraard een client voor de Pocket PC, én een ontvanger (liefst op Linux) voor moest gemaakt/gevonden worden. Gelukkig zijn we dan op eenvoudiger dingen overgestapt, en nu zouden we de gegevens via Morse-code doorsturen. Het voordeel is dat Hans beweert daar een robuuste ontvanger voor te hebben, dus ik moet enkel signaaltjes uitzenden. En dat moet nog net lukken.

De client heb ik geschreven in C#, gebruik makend van .NET Compact Framework, en OpenNETCF. Niet omdat ik dat allemaal geweldig ken, maar wel omdat dit werkt, en omdat Visual Studio bijna alles voor mij schrijft. Ik heb totaal geen idee wat er achter de schermen allemaal gebeurt, ik klik maar op knopjes tot het compileert en op die Pocket PC blijft staan. Misschien op termijn eens opnieuw wat lezen over C# en .NET. Ik ben een (hele) tijd geleden daarover in een boek gestart in de Safari Bookshelf, maar dat abonnement heb ik nu al bijna een jaar niet meer, omdat ik er gewoon niet genoeg tijd voor had (of voor kon vrijmaken). Misschien eens zien of ze dat in de ACM Library aanbieden. Of bij ons in de bib natuurlijk.